Deze wandeling langs Côte du Goëlo start in het gezellige bad- en vissersplaatsje Saint-Quay-Portrieux en eindigt bij Pointe de Trouquetet, een rotsige landtong. De wandeling is het meest afwisselend met een groot getijdenverschil. Als de zee zich met eb ver heeft teruggetrokken, kun je over de stranden en rotsen onder de kliffen lopen. En met vloed loop je over het Sentier des Douaniers, de Grande Randonnée 34, hoog boven de zee.
Wandeling in het kort
Saint-Quay-Portrieux > Plage du Casino > Piscine d’eau de mer > Pointe du Sémaphore > Plage de la Comtesse > Île de la Comtesse > De haven van Saint-Quay Portrieux > Plage du Moulin (Étables-sur-Mer) > Pointe de Trouquetet > terug naar Saint-Quay-Portrieux
NB Wij liepen deze wandeling rond een eb van 2 meter. Bij een ander getijdeverschil moet je de wandeling aanpassen. Daarover straks meer.
Saint-Quay-Portrieux op een winterochtend
We startten deze wandeling op het mooie strand Plage du Casino in de gezellige badplaats Saint-Quay-Portrieux. Het was nog vroeg op deze koele, mooie winterochtend. De zee was al een paar uurtjes over het hoogste punt heen en dat was precies wat we wilden: met een lage waterstand is het mogelijk is om grote stukken over de zeebodem te lopen.
Loop met ons mee in oostelijke richting. Het kustpad, de Grande Randonnée 34, is achter de opvallende witte balustrade.
Piscine d’eau de mer
Aan de oostkant van het strand ligt een getijdenzwembad. Als de vloed hoger dan negen meter is, wordt het zwembad gevuld met vers zeewater.
Het zwembad werd in 1929 uit een rots uitgehakt. Het bad is 25 meter lang. De oorspronkelijke springplank van bijna Olympische afmeting is na enkele ongelukken later vervangen door een lager exemplaar.
We gaan graag naar Bretagne in de winter, maar bij het zien van dit zwembad met dit uitzicht kregen we toch echt zin om eens in de zomer naar de Bretonse kust te gaan!
De vuurtoren op Pointe du Sémaphore
Het Sentier des Douaniers, de Grande Randonnée 34, loopt achter het witte hek omhoog richting een landtong met daarop de Sémaphore. Onder de vuurtoren is een uitkijkpunt met een tableau. Het uitzicht is schitterend. Je kunt van Île de Bréhat tot aan Cap Fréhel kijken.
De Romeinen hadden hier al een uitkijktoren gebouwd. De huidige Sémaphore werd gebouwd in 1860. Hij staat 100 meter boven zeeniveau. De Duitsers bezetten de vuurtoren in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werd de Sémaphore een kantoor van de marine en vanaf 1979 kreeg het weer zijn oude functie terug.
Voor de kust van Pointe du Sémaphore ligt Île de Harbour met daarop een ‘maison-phare’. Het rood-witte huis is in werkelijkheid een vuurtoren die in 1847 werd gebouwd.
Plage de la Comtesse en Île de la Comtesse
Een paar honderd meter verder kun je via een trap Plage de la Comtesse oplopen. Bij eb kun je naar Île de la Comtesse lopen. Het eilandje heeft verschillende eigenaren gehad, waaronder enkele gravinnen; vandaar de naam.
Rimmel, de grote parfumeur uit Parijs en uitvinder van de mascara, liet een woning in de buurt bouwen. Op het eiland cultiveerde hij zeldzame soorten geurende planten.
Sinds 1975 is het eiland van de gemeente en kan iedereen het eiland met eb bezoeken. De muren van de botanische tuin zijn er nog steeds, net als vele soorten bloemen, planten en fruitbomen.
Welvaart in de haven van Saint-Quay Portrieux
Vanaf de Plage de la Comtesse loop je zo het havengebied van Saint-Quay-Portrieux in. Twee lange dammen omarmen de haven waarin vele plezierboten liggen. In het midden tussen de dammen zijn wat restaurantjes, en ook op de kade aan de andere kant van de haven.
Begin zeventiende eeuw was Saint-Quay-Portrieux een van de belangrijkste havens voor de driemasters die naar Newfoundland voeren om daar op kabeljauw te vissen. De visserij was winstgevend en de welvaart is nog te zien aan de imposante huizen langs de kust.
Nu noemt de gemeente zich de hoofdstad van de Coquille Saint-Jacques.
Coquille Saint-Jacques: een kostbaar schelpdier
De regels voor de visserij op de Coquille Saint-Jacques, de sint-jacobsschelpen, zijn streng: alleen van oktober tot april, slechts twee keer per week en maar 45 minuten per keer. Het proces wordt goed gecontroleerd. Nu begrijp je vast ook wel waarom het vlees zo duur is.
De trawlers zijn uitgerust met dreggen die over de zeebodem schrapen. De mazen hebben vastgestelde afmetingen zodat alleen de grootse schelpen worden opgevist.
De lege schelpen zijn schitterend en liggen voor het oprapen langs de Bretonse kust.
Plage du Moulin
De Grande Randonnée 34 loopt over Quay Robert Richet over het smalle weggetje Chemin de la Corniche naar Plage de Moulin. Maar bij laag water is het leuker om langs de werf richting de zee door te lopen. Via een smalle opening tussen kademuur en rotswand kun je het strand oplopen. Nou ja, lopen… het is meer klauteren over de lage rotsen. Zorg dus voor schoenen met stevige zolen.
De zee heeft door erosie de rotsen gebroken en glad gesleten. Soms is het net kunst…
Na ongeveer 500 meter bereik je het zandstrand van Plage du Moulin. Je kunt met eb heel ver uit de kust lopen, zelfs bijna tot Le Four, een vuurtoren.
Wat doen die mensen toch?
Als het eb is, graven schelpdieren en spieringen, een kleine vissoort, zich in het zand in. Wij verbaasden ons over mensen met harken en emmers. Wat waren ze toch aan het doen?
We vroegen het aan een man en hij liet het zien: met zijn hark harkte hij spiering en schelpdieren uit het zand omhoog. Zijn maaltje voor die avond!
De Fransen noemen deze vorm van visserij ‘pêche à pied’. Tot onze verbazing is er bij de Franse Decathlon een speciale afdeling met materiaal voor!
Pointe de Trouquetet
Aan de zuidkant van Plage du Moulin lopen waterstromen vanuit het land richting zee.
Met heel laag water en hoge waterdichte schoenen, kan je door de stroompjes verder lopen. Loop zo veel mogelijk over het zand, want het stukje over de lage rotsen is kort, maar niet gemakkelijk. Maar daarna komt een leuk, mooi stuk onder de hoge rotswand. In die wand zijn vele spleten en kleine grotten uitgesleten.
Na een paar honderd meter moet je weer even klauteren over scherpe rotsen voordat je het strand van Étables-sur-Mer bereikt. In het midden van het strand is een duikplank gemaakt. Als het water boven de dikke rode streep staat, kan er gedoken worden.
Het eindpunt is nu inzicht: Pointe de Trouquetet. Op de flinke rots ervoor staat een groot kruis.
Route terug
Tijdens onze wandeling was het vloed geworden. Het was niet meer mogelijk over de stranden en onder de rotswand terug te lopen. We liepen daarom terug naar Saint-Quay-Portrieux via de Grande Randonée 34.
Je bereikt het pad door even om de Pointe de Trouquet te lopen. Daar is een trap naar boven, naar de Pointe.
Je blijft nu de GR34 volgen. Het kustpad bevindt zich voor het grootste deel hoog op de kliffen boven de stranden, met een prachtig uitzicht over de zee. Er zijn geen moeilijke stukken, wel nog een klein klimmetje met traptreden.
Rekening houden met getijdenverschillen
De wandeling volgt deels de Grande Randonnée 34, gemarkeerd door de rood-wit ‘vlaggetjes’.
Afhankelijk van het getijdenverschil kun je gedeeltes over het strand en zeebodem lopen. Onze wandeling begon twee uurtjes vóór de laagste waterstand van iets meer dan 2 meter. We liepen met die lage waterstand zo veel mogelijk over de rotsige gedeeltes naar de volgende stranden. Op de terugweg, toen het vloed was geworden, namen we het kustpad. Met een ander getijde moet je de route aanpassen.
Het is natuurlijk ook mogelijk om zowel op de heen- als de terugweg over het kustpad te lopen. Saai? Helemaal niet! Het uitzicht verandert met de looprichting. En omdat het licht in de loop van de dag verandert, heb je nauwelijks in de gaten dat je al eerder op dezelfde plek bent geweest.
Zorg dat je vóór vertrek weet wat de getijden zijn, zodat je een goede route kan plannen: heen over de stranden en terug over het kustpad of andersom. Wat de getijden zijn, en vooral wat het verschil tussen eb en vloed is die dag, kan je opzoeken op internet, bijvoorbeeld op de site Maree.info.
Praktische informatie over deze wandeling
Start en eindpunt
Plage du Casino in Saint-Quay-Portrieux.
Afstand
De wandeling zoals wij die hebben gemaakt, was ongeveer 15 kilometer.
Hoogteverschil
Het hoogste punt is ongeveer 60 meter boven zeeniveau.
Parkeren
In Saint-Quay-Portrieux zijn voldoende gratis parkeerplaatsen (winter 2019).
Eten en drinken
In Saint-Quay-Portrieux en bij de haven.
Schoeisel
Een paar stevige, hoge, waterdichte wandelschoenen zijn nodig om over stukken ruwe rotsen en door stroompjes te lopen.
Sentiers des Douaniers: GR34
Het Sentiers des Douaniers is een 2000 kilometer lang pad langs de Bretonse kust. Het werd in de achttiende eeuw gebruikt door douaniers om smokkel tegen te gaan. Het pad raakte in verval, maar werd hersteld als wandelpad: de Grande Randonnée 34. Het pad hoog over de kliffen is een stuk Sentier des Douaniers.
Nog niet uitgewandeld?
Op deze site staan nog meer wandelingen langs de mooie Côte du Goëlo. Ga snel naar Wandelen langs Côte du Goëlo in de winter? Doen!